Opbellen
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, kunt u op
Wis
drukken om het teken te verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op
voor het internationale prefix (het +–
teken vervangt de internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo
nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op
om het nummer te bellen.
3. Druk op
om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.
Zie ook Opties tijdens een gesprek op pagina 38.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
Zie Zoeken naar een contact op pagina 89 als u wilt zoeken naar een naam of telefoonnummer dat u
hebt opgeslagen in
Contacten
. Druk op
om het nummer te bellen.
Laatste nummer herhalen
Druk vanuit de standby–modus eenmaal op
om de lijst met 20 laatstgekozen nummers weer te
geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op
om het nummer te bellen.
Uw voicemail bellen
Houd
ingedrukt in de standby–modus, of druk op
en
.
Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op
OK
. Zie ook
Spraakberichten op pagina 82.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
A
lgemene
functies
37
A
lgemene
functies