Nokia 6230 - Instellingen voor e–mail

background image

Instellingen voor e–mail

U kunt de e–mailinstellingen ontvangen in een configuratiebericht van de netwerkoperator of
serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie–instellingen op pagina 35 voor meer informatie over het
ontvangen van instellingen in een configuratiebericht.

De instellingen handmatig intoetsen

Druk op

Menu

en selecteer achtereenvolgens

Berichten

,

Berichtinstellingen

en

E-mailberichten

.

• Selecteer eerst

Actieve e-mailinstellingen

en activeer de set waarin u de verbindingsinstellingen

wilt opslaan. Selecteer

Bewerk actieve e-mailinstellingen

en wijzig de actieve instellingen.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Neem contact op met de
netwerkoperator of e–mailprovider voor deze instellingen.

Mailboxnaam

. Toets de naam in die u voor de mailbox wilt gebruiken. U kunt elke gewenste

naam gebruiken.

background image

Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.

Menufuncties

71

Menufuncties

E-mailadres

. Toets het e–mailadres in.

Mijn mailnaam

. Toets uw naam of alias in. Uw naam en e–mailadres worden weergegeven.

Uitgaande (SMTP) server

. Toets het adres van de server in.

Type inkomende server

. Selecteer

POP3

of

IMAP4

, afhankelijk van het type e–mailsysteem dat u

gebruikt. Als beiden typen worden ondersteunt, selecteert u

IMAP4

. Als u het servertype wijzigt,

wordt ook het poortnummer voor inkomende e–mail gewijzigd.

• Als u het servertype

POP3

hebt geselecteerd, worden

Inkomende (POP3) server

,

POP3-gebruikersnaam

en

POP3-wachtwoord

weergegeven. Als u het servertype

IMAP4

hebt

geselecteerd, worden

Inkomende (IMAP4) server

,

IMAP4-gebruikersnaam

en

IMAP4-wachtwoord

weergegeven. Toets het serveradres voor binnenkomende e–mail in en geef

vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord op om toegang te krijgen tot de
e-mailaccount. Als u geen

SMTP-gebruikersnaam

of

SMTP-wachtwoord

hebt gedefinieerd,

gebruikt de e–mailserver in plaats daarvan de POP3 / IMAP4–gebruikersnaam en het POP3 /
IMAP4–wachtwoord.

Overige instellingen

en selecteer:

Ondertekening bijvoegen

. U kunt een handtekening definiëren die automatisch aan het einde

van uw e–mailbericht moet worden toegevoegd wanneer u het bericht opstelt.

SMTP-verificatie gebruiken

. Als uw e–mailprovider verificatie eist voor het verzenden van

e-mailberichten, selecteert u

Ja

. Verder moet u uw

SMTP-gebruikersnaam

en

SMTP-wachtwoord

definiëren.

SMTP-gebruikersnaam

. Toets de gebruikersnaam voor uitgaande e–mail in die u van de

e-mailprovider hebt ontvangen.

SMTP-wachtwoord

. Toets het wachtwoord in dat u voor uitgaande e–mailberichten wilt

gebruiken.

background image

Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.

Menufuncties

72

Menufuncties

Uitgaande (SMTP) poort

. Toets het nummer van de serverpoort voor uitgaande e–mail in. De

meestgebruikte standaardwaarde is 25.

Als u het servertype

POP3

hebt geselecteerd, worden de volgende opties weergegeven:

Inkomende (POP3) poort

. Toets het poortnummer in dat u van de e–mailprovider hebt

gekregen.

Antwoordadres

. Toets het e–mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden gestuurd.

Beveiligde aanmelding

. Selecteer

Beveiligde aanmelding aan

als voor de verbinding een

gecodeerde aanmelding nodig is. Als dit niet het geval is, laat u

Beveiligde aanmelding uit

ingeschakeld. Raadpleeg de serviceprovider als u niet zeker bent. Het gebruik van gecodeerde
aanmelding verhoogt de veiligheid voor gebruikersnamen en wachtwoorden. De beveiliging
van de verbinding zelf wordt hierdoor niet verhoogd.

E-mails ophalen

. Geef aan hoeveel e–mailberichten u per keer wilt ophalen.

SMTP-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor uitgaande e–mail te

definiëren.

POP3-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor inkomende e–mail te

definiëren. Zie De dienstinstellingen handmatig intoetsen op pagina 152.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Neem contact op
met uw e–mailprovider voor de instellingen.

Als u het servertype

IMAP4

hebt geselecteerd, worden de volgende opties weergegeven:

Inkomende (IMAP4) poort

. Toets het poortnummer in dat u van de e–mailprovider hebt

gekregen.

Antwoordadres

. Toets het e–mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden gestuurd.

E-mails ophalen

. Geef aan hoeveel e–mailberichten u per keer wilt ophalen.

background image

Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.

Menufuncties

73

Menufuncties

Ophaalmethode

. Selecteer

Laatste e-mail

als u alle nieuwe e–mailberichten wilt ophalen of

selecteer

Laatste ongelez.

als u alleen de ongelezen e–mailberichten wilt ophalen.

SMTP-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor uitgaande e–mail te

definiëren.

IMAP4-verbindingsinstellingen

om de verbindingsinstellingen voor inkomende e–mail te

definiëren. Zie De dienstinstellingen handmatig intoetsen op pagina 152.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Neem contact op
met uw e–mailprovider voor de instellingen.