Nokia 6230 - Draadloze technologie via Bluetooth

background image

Draadloze technologie via Bluetooth

De telefoon ondersteunt de Bluetooth–technologie, waarmee u draadloos verbinding kunt maken
tussen de telefoon en een compatibel Bluetooth–apparaat. De apparaten moeten zich binnen een
straal van 10 meter van elkaar bevinden. De Bluetooth–verbinding kan storing ondervinden van
obstakels zoals een muur of andere elektronische apparatuur.

De telefoon ondersteunt tevens het SIM–toegangsprofiel van de Bluetooth–technologie. Met dit
Bluetooth–profiel kunt u via Bluetooth verbinding maken met compatibele apparaten, zoals de carkit
Nokia 610. Als het SIM–toegangsprofiel actief is, wordt

Externe SIM-modus

in het display

weergegeven om aan te geven dat de verbinding met het GSM–netwerk verbroken is en dat alle
telefoonfuncties dus uitgeschakeld zijn.

Raadpleeg uw Nokia–leverancier en de documentatie bij het apparaat voor informatie over de
compatibiliteit van uw telefoon met een ander Bluetooth–apparaat. In sommige landen gelden
beperkingen voor het gebruik van Bluetooth–apparaten. Vraag dit na bij de bevoegde instanties in uw
land.

Opmerking: De Bluetooth–functie maakt gebruik van de batterij. Hierdoor wordt de spreektijd van de
telefoon bekort. Zorg ervoor dat deze functie niet per ongeluk op de achtergrond actief blijft terwijl u
andere bewerkingen uitvoert met de telefoon.

Een Bluetooth–verbinding instellen
1. Druk op

Menu

en selecteer achtereenvolgens

Instellingen

,

Connectiviteit

en

Bluetooth

.

background image

Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.

Menufuncties

106

Menufuncties

2. Selecteer

Bluetooth

en

Aan

om de Bluetooth–functie te activeren. Als een Bluetooth–verbinding

actief is, wordt het pictogram

bovenaan in het display weergegeven.

Als u de Bluetooth–functie gedurende langere tijd niet gebruikt, kunt u de functie uitschakelen om
energie te besparen.

3. Selecteer

Zoeken naar audiotoebehoren

om te zoeken naar compatibele Bluetooth–audioapparaten

en selecteer het apparaat dat u met de telefoon wilt verbinden,

of selecteer

Gekoppelde apparaten

om te zoeken naar Bluetooth–apparaten binnen het bereik en

druk op

Nieuw

om elk Bluetooth–apparaat binnen het bereik weer te geven. Ga naar een apparaat

en druk op

Koppelen

.

4. Voer het Bluetooth–wachtwoord van het apparaat in om het apparaat af te stemmen op ('paren')

en verbinden met de telefoon. Start de bewerking met het apparaat. U hoeft dit wachtwoord
uitsluitend op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst aansluit.